Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [34]Naar de dagen, in dewelke de Joden tot rust gekomen waren van hun vijanden, en de maand, die hun veranderd was van droefenis in blijdschap, en van rouw in een [35]vrolijken dag; dat zij dezelve [dagen] maken zouden [tot] dagen der maaltijden, en der vreugde, en der zending van delen aan elkander, en der gaven aan de armen. 34. Versta, hij ordineerde dat men de feestdagen alle jaar met zulke vreugde zou onderhouden, als zij die dagen onderhouden hadden, in welke zij rust en vrede verkregen hadden; en dat zij zulks doen zouden in die maand, die hun veranderd was van smart in blijdschap. 35. Hebreeuws, goeden dag.